Alter
Bahnhof Lette
Eisenbahnmuseum
Eisenbahnmuseum
Als de Duitse spoorwegen(DB) hun zin hadden gekregen, was het oude Station Lette allang vernietigd. Na haar sluiting, omdat een ticket apparaat hulpvolle mensen had vervangen, en het goederen transport over de weg verliep, werd één van de laatste historische gebouwen van het dorpje Lette, en daarbij een stuk Westfälische spoorweg architectuur, met de grond gelijk gemaakt. Maar een kleine groep spoorweg enthousiastelingen ( officieel geregistreerd sinds 22 mei 1990) was instaat het station te behouden, te zamen met het omliggende railwerk en haar uniek gebouwde houten hut nummer 43. Deze gebouwen staan sindsdien op de monumentenlijst. Wederom hebben de burgers van Lette zich hard gemaakt voor hun spoorweg stationnetje. In 1874 begon de Dortmund-Gronau-Enschede Company (DGEE) met het bouwen van de spoorlijn van Dortmund via Coesfeld naar Enschede. Aan het einde kosten deze spoorlijn rond 7 miljoen Duitse “Talers”.
De spoorlijn van Dülmen-Oost via Lette naar Coesfeld was klaar op 1 augustus 1875. De spoorweg met een lengte van 95,68 km was geopend voor verkeer op 30 september 1875. Bij het leggen van de spoorlijn van Lette stuiten ze op de ruïnes van een oud Kasteel. In eerste instantie wilden ze er alleen maar een klein éénmans hutje plaatsen. Maar dan zou het trein verkeer niet eens in Lette stoppen. Om te zorgen dat de treinen wel tot een halt geroepen werden, besloten de burgers geld te zamelen, in totaal 1.000 Talers. Daarbij gaven zij het land voor niks weg, zodat zich een echt station kon vestigen met al haar benodigdheden. Aan het einde van de 19de eeuw was het bakstenen stationsgebouw af. In het begin van de volgende eeuw werden de seindoos en het goederen station bij gebouwd. Ookal was het maar een klein plattelands stationnetje, in het stationsgebouw bevond zich wel een eigen bar.
Helaas werd dit in juni 1903 gesloten doordat de DGEE overgenomen werd door de KPEV (Koninklijke Preusische Spoorwegen) welke een van de laatste geprivatiseerde bedrijven was die de nationaaliserende beweging tot het bittere eind heeft bevochten.
Rond 1907 werd de plattelands Halte bij Lette opgewaardeerd tot een echt station, door het plaatsen van een tweede platform zouden treinen elkaar konden passeren, en kregen een beter uit geruste signalering en een laadspoor. Tegen deze tijd had Lette zelfs zijn eigen personeel voor het spoorwegonderhoud. De spoorweg was een belangrijke economische factor geworden, evenals een goede werkplek voor burgers van Lette. Lette was een onafhankelijk station tussen 1908 en 1959 met haar eigen stationsmeester. Daarna kwam het onder de regie van station Coesfeld. De laatste spoorweg medewerkers moesten stoppen op 23 oktober 1990, sindsdien is Lette een onbemande halte op de lijn Dortmund – Enschede.
Helaas was Lette gewoon niet aangesloten op het grote transportsysteem, en daardoor ook niet op de rest van de wereld. De spoorweg futioneerde alleen voor het vervoer van personen, bv. arbeiders die zo snel naar het “Ruhr”gebied afreisde, met name naar Dortmund, daarna natuurlijk ook voor het goederenvervoer.
De eerste dienstregeling dateert van 1 augustus 1875, welke 3 soorten treinen laat zien. Gedurende de eerste wereldoorlog werden troepen en gewonde soldaten van het rijksleger via Lette vervoerd. Tussen de 1ste en de 2de W.O. die uitbrak in 1939, deden, dankzij de hoofd direktie van de spoorwegen, 8 soorten treinen dienst, van zowel 2de als 3de klas. De luchtaanvallen in W.O.2 van de geallieërden, hebben ook in Lette gewonden gebracht en alleen wat kleine materieële schade toegebracht. De gaten, gemaakt door machine geweren zijn tot op de dag van vandaag nog steeds zichtbaar op het treinstation. In de lente van 1945 hervatte de oude dienstregeling zich weer. In 1949 nam de Deutsche Bundesbahn het over van de Deutsche Reichsbahn, en 15 treinen, reden in beide richtingen. Tot 1960 hadden de stoomlocomotieven de overhand. DB gebruikte de serien 24 2-6-0, 38.10 4-6-0 (Pruisisch P8), 50 2-10-0 en 78 2-6-2T (Pruisisch T18). Na 1960 namen de dieselmotoren alles over (meer al de, V100 serie 211/212 locomotieven, en de meest voorkomende V60 serie 260/261 locomotieven en DMU’s VT24 624/634 soms door accu aangedreven eenheden, ETA 150/515 , later door de 624 DMU’s. Tegenwoordig zijn alleen nog Talent DMU’s te zien. Toen in 1975 het hoofdkwartier van de spoorwegen in Münster werd opgeheven, behoorde Lette onder het BD van Essen.
Tegenwoordig rijden 16 paar treinen van de Prignitzer spoorwegen op de rails van de DB, tussen Dortmund, Gronau en Enschede. Tot de dag van vandaag hebben we kunnen voorkomen dat de lijn gesloten werd. Om te zorgen dat ze op het traject Westmünsterland blijven rijden , hoeft men maar voor 1 ding te zorgen, passagiers.
Tijdens de 50er jaren vervoerde de spoorwegen hoofdzakelijk goederen, en leverde op deze manier zijn bijdrage aan het land. Sinds juni 1993 worden er geen goederen meer vervoerd van en naar Lette per spoor. De spoorwegen bracht niet alleen vooruitgang, maar het gevaar voor ongelukken werd steeds groter. Niet alleen vee werd door de trein gescherp, maar mensen raakten bij ongelukken verwond en soms zelfs gedood. Om met het groeiende verkeer te zorgen dat niet meer ongelukken gebeurden, werden op overgangen slagbomen geplaatst, en hutjes voor beveiligers van de spoorwegen. Maar 1 van de 4 hutjes (Post 43) is overgebleven na de geplande sloop in Lette, een mooi exemplaar van de eens zo typeerende hutten met z’n uitwendige slinger arm, die heden in Westfalen moeilijk te vinden is. Toen het oude gebouwtje door z’n veroudering bijna uit elkaar viel, werd er in de tuin van het grote spoorweg museum en replica gebouwd met de zelfde afmetingen, zo deze kon getuigen van de vooruitgang van de spoorwegen en de condities waaronder de spoorweg beambten vroeger moesten werken.
Het Spoorweg Museum
Vanaf 1990 werd het oude station in Lette steeds meer een attractie. Veel verschillende tentoonstellingen werden in de ruimtes van het station getoond, welke aantrekkelijk zijn voor jong en oud, en die zijn licht doet schijnen op de oud en nieuwe ontwikkelingen van de spoorwegen, en zo ook op transport problematiek.
De collectie van ’t museum blijft groeien eerst model treintjes, toen historische platen, foto’s, boeken, documenten, mappen, landkaarten, tekeningen, perforators voor de kaartjes, uniformen, petten, hoeden, posters, signaal lantaarns, onderdelen van stoom locomotieven, gereedschap en nog veel meer. Een pet van een spoorweg beambte komt zelf zo ver weg als van Thailand.
Er zijn ook hele bijzondere vondsten in het museum. Tijdens werkzaamheden in het industrie gebied van Coesfeld werd in januari 1992 een overblijfsel gevonden uit de W.O. 2, een wiel van een stoomlocomotief, zwaar beschadigd door bombardementen. De 14 spaken en de diameter van 1.4 m wijzen naar Pruisisch 0-10-0 2-cylinder goederen locomotief serie G 10 (DR/DB- serie 57.10-40). In 1998 en ’99 werd uit bomkraters nog veel gevonden, waaronder een frans wielset en een halve russische goederenwagon.
Op 21 mei 2000 werd een monument opgericht voor 130 gesneuvelde spoorweg beambten die werkzaam waren tijdens de 1ste en 2de W.O. en werd geplaatst in de tuin van het museum. Drie grote seinmast-signalen en een oude telefoonhut werden daar geplaatst. De voormalige poort van post 43 werd buiten naast een stukje van de oude rails geplaatst.
De kap van 52 8185 en onderdelen van de stoomketel van 52 8119 zullen ten toon gesteld worden tezemen met al hun originele onderdelen besturingen, om te laten zien hoe de machinist en stoker te werk gingen op de voetplaat van de grote Kriegslok 2-10-0, gereconstrueerd door de Oost Duitse spoorwegen.
In de kelder van het station word gewerkt aan een hele grote modeltreinbaan. In een andere keldertje heeft het archief van oude documenten, spoorweg-boeken etc. zijn huis gevonden.
Aan de zijkant van het goederen station staat de trailer van een DB-DMU VB 142 526 (995 526-1) die nu functioneert als cafetaria. Een Pruisisch G10 wagon fungeert als onze workshop, een uit 1950 daterende DB wagon is onze opslag, en nog een andere is het onderdak van een workshop voor huur fietsen. De oudste autentieke wagon uit 1882 draagt een container met fietsen. De langste en zwaarste wagon werd ons gedoneert door een metaal bewerking firma uit Coesfeld. Daar naast staat „Hermann“ uit 1934, een oude diesel locomotief (Kö 4731) en word nu hersteld zodat deze weer functioneert.
De spoorweg hobbyisten maakten nieuwe tradities. De eerste van vele spoorweg manifistaties rond het stationnetje was op 16 mei 1993 toen oude stoom special olieverbrandende 2-8-2 serie, 41 241 stopte bij Lette.
Het museum werd officieel geopend op 4 juni 1994.
De tentoonstellingen in de wachtkamer en het oude kantoor droegen verschillende thema’s.
Op elke eerste advent zondag `s avonds zal Pater Daniel Hörnemann voorlezen uit een selectie van echte spoorweg verhalen in een gezellige sfeer, omringt door olielampjes en kaarslicht, tezamen met een hapje en een drankje.
Onze vrijwillige hobbyisten proberen elke woensdag avond vanaf 6 uur de collectie van ‘t museum goed te onderhouden, nieuwe vrijwillige hobbyisten zijn altijd welkom. Er bestaat ook een groep jeugd: Tiener model bouwers.
Het museum is normalieter geopend op elke 1ste zondag tussen 15 en 17 uur. Geintereseerde kunnen zich ook telefonisch aanmelden , bij Walter Sparwel (tel. 0163/92 98 010).
In de goederenschuur bevindt zich nog een grote sellectie van overtollige, reserve spoorweg boeken, posters, reisschema’s, officieel papier werk etc etc. Geintereseerd in koop of ruil, meld u dan on-line aan en vraag naar de lijst.
© P. Dr. Daniel Hörnemann met hulp van Jeroen Ten Hove